Hoe kan ik duurzaam eten?
Eten. We zijn allemaal veel bezig met eten. In de supermarkten is tegenwoordig een gigantisch keuzeaanbod. Er is voor ieder wat wils; van goedkope aanbiedingen tot biologische of exclusieve producten. Maar wat is nou eigenlijk een weloverwogen keuze? En wat is een duurzaam product?
De volgende informatie zal je in elk geval zeker helpen bij het maken van een weloverwogen en bewuste keuze.
De volgende informatie zal je in elk geval zeker helpen bij het maken van een weloverwogen en bewuste keuze.
Vleesindustrie
In de huidige samenleving wordt er ongelooflijk veel vlees en vis geproduceerd en geconsumeerd. Dit is erg slecht voor het milieu.
Voor de productie van vlees is er enorm veel veevoer nodig. Om een beeld te schetsen: voor één kilo rundvlees is zo’n 25 kilo aan voer nodig. Omdat er in de landen waar het vee staat lang niet altijd ruimte is voor de productie van dit voer, gebeurt dit vaak in andere landen. Hierdoor moeten bijvoorbeeld veel tropische oerwouden worden gekapt. De ecosystemen in die gebieden zijn daardoor vaak helemaal ontregeld. Daarnaast zorgt de grote mate aan transport voor enorm veel CO2 uitstoot.
Verder is er ook erg veel water nodig voor vlees. Veel meer dan voor plantaardige producten. Één kilo rundvlees vereist zo’n 15000 liter water.
Doordat er zoveel dieren op eenzelfde stuk grond staan, ontstaat er overschot aan mest. De bodem kan deze mest niet goed verwerken. Als er te veel mest in de bodem komt, sijpelen schadelijke stoffen door naar het grondwater. Ook komen deze stoffen terecht in oppervlaktewater.
De bodem verzuurt en verdroogt, en hierdoor worden plantensoorten bedreigd. Daarnaast is dit gevaarlijk voor de waterproductie in Nederland, gezien het feit dat grondwater soms veel te vervuild is om nog als drinkwater te gebruiken.
En ook de grote mate waarin vis wordt geproduceerd heeft slechte gevolgen voor het milieu. Veel vissen worden met uitsterven bedreigd. Daarnaast zijn er natuurlijk viskwekerijen. Ook hier geldt dat er veel visvoer nodig is, en dit gaat dus gepaard met transportkosten.
Wat kun je doen?
Er zijn nog steeds talloze mensen die denken dat iedere dag vlees eten onmisbaar is voor een gezond voedingspatroon, terwijl het tegendeel waar is. In de Westerse wereld krijgen wij vaak teveel eiwitten binnen, voornamelijk door het overvloed aan vlees dat we dagelijks naar binnen werken.
Als u van vlees eten houdt en dit regelmatig doet, kan het lastig zijn dit te minderen of ermee te stoppen. Echter, 1 vleesloze dag per week maakt al een enorm verschil! Ook kunt u kijken of je kunt minderen in hoe vaak je tussendoor vlees eet. Als je bijvoorbeeld vaak vlees op je brood doet, kunt je dit vervangen door ander beleg. Beleg genoeg, en deze verandering zou niet zodanig radicaal of opvallend moeten zijn dat het moeite kost!
Wat betreft avondeten: De vervangers zijn talloos. Men denkt vaak in letterlijke vervangers, en probeert daardoor nepvlees te vinden om vervolgens de overige hele maaltijd precies hetzelfde te houden. Dit lijkt misschien makkelijk, maar is vaak juist lastig. Er zal niet zo snel nepvlees zijn dat zal tippen aan echt vlees wat betreft smaak.
Maar er zijn veel meer opties. In peulvruchten als bonen, maar ook in noten, en sommige groenten zitten veel eiwitten. Op het moment dat je je
meer gaat verdiepen in de talloze mogelijkheden, is de kans groot dat je een stuk creatiever wordt in het bedenken van maaltijden.
Een bijkomend voordeel dus.
Voor de productie van vlees is er enorm veel veevoer nodig. Om een beeld te schetsen: voor één kilo rundvlees is zo’n 25 kilo aan voer nodig. Omdat er in de landen waar het vee staat lang niet altijd ruimte is voor de productie van dit voer, gebeurt dit vaak in andere landen. Hierdoor moeten bijvoorbeeld veel tropische oerwouden worden gekapt. De ecosystemen in die gebieden zijn daardoor vaak helemaal ontregeld. Daarnaast zorgt de grote mate aan transport voor enorm veel CO2 uitstoot.
Verder is er ook erg veel water nodig voor vlees. Veel meer dan voor plantaardige producten. Één kilo rundvlees vereist zo’n 15000 liter water.
Doordat er zoveel dieren op eenzelfde stuk grond staan, ontstaat er overschot aan mest. De bodem kan deze mest niet goed verwerken. Als er te veel mest in de bodem komt, sijpelen schadelijke stoffen door naar het grondwater. Ook komen deze stoffen terecht in oppervlaktewater.
De bodem verzuurt en verdroogt, en hierdoor worden plantensoorten bedreigd. Daarnaast is dit gevaarlijk voor de waterproductie in Nederland, gezien het feit dat grondwater soms veel te vervuild is om nog als drinkwater te gebruiken.
En ook de grote mate waarin vis wordt geproduceerd heeft slechte gevolgen voor het milieu. Veel vissen worden met uitsterven bedreigd. Daarnaast zijn er natuurlijk viskwekerijen. Ook hier geldt dat er veel visvoer nodig is, en dit gaat dus gepaard met transportkosten.
Wat kun je doen?
Er zijn nog steeds talloze mensen die denken dat iedere dag vlees eten onmisbaar is voor een gezond voedingspatroon, terwijl het tegendeel waar is. In de Westerse wereld krijgen wij vaak teveel eiwitten binnen, voornamelijk door het overvloed aan vlees dat we dagelijks naar binnen werken.
Als u van vlees eten houdt en dit regelmatig doet, kan het lastig zijn dit te minderen of ermee te stoppen. Echter, 1 vleesloze dag per week maakt al een enorm verschil! Ook kunt u kijken of je kunt minderen in hoe vaak je tussendoor vlees eet. Als je bijvoorbeeld vaak vlees op je brood doet, kunt je dit vervangen door ander beleg. Beleg genoeg, en deze verandering zou niet zodanig radicaal of opvallend moeten zijn dat het moeite kost!
Wat betreft avondeten: De vervangers zijn talloos. Men denkt vaak in letterlijke vervangers, en probeert daardoor nepvlees te vinden om vervolgens de overige hele maaltijd precies hetzelfde te houden. Dit lijkt misschien makkelijk, maar is vaak juist lastig. Er zal niet zo snel nepvlees zijn dat zal tippen aan echt vlees wat betreft smaak.
Maar er zijn veel meer opties. In peulvruchten als bonen, maar ook in noten, en sommige groenten zitten veel eiwitten. Op het moment dat je je
meer gaat verdiepen in de talloze mogelijkheden, is de kans groot dat je een stuk creatiever wordt in het bedenken van maaltijden.
Een bijkomend voordeel dus.
Seizoensgebonden eten
De schappen in de supermarkt zien er tegenwoordig ieder moment van het jaar vrijwel hetzelfde uit. Het is door de moderne voedseltechnologie en mobiliteitmogelijkheden vanzelfsprekend geworden dat we elk soort vrucht wel elke maand van het jaar kunnen eten. Helaas zo vanzelfsprekend, dat veel mensen zich niet meer bewust zijn van het feit dat dit helemaal niet zo vanzelfsprekend is.
De kans dat je groente en fruit een weg van bijvoorbeeld Zuid-Amerika naar Europa heeft afgelegd, is groot. De consumptie van groente en fruit zorgt dan ook voor een grote mate aan transport. En een grote mate aan transport is een grote mate aan milieuvervuiling.
Seizoensgebonden eten is dus een stuk beter voor het milieu. Met de kalender van gezondheidskalender.be kunt u in de gaten houden welke groente- en fruitsoorten in welke seizoenen horen.
De kans dat je groente en fruit een weg van bijvoorbeeld Zuid-Amerika naar Europa heeft afgelegd, is groot. De consumptie van groente en fruit zorgt dan ook voor een grote mate aan transport. En een grote mate aan transport is een grote mate aan milieuvervuiling.
Seizoensgebonden eten is dus een stuk beter voor het milieu. Met de kalender van gezondheidskalender.be kunt u in de gaten houden welke groente- en fruitsoorten in welke seizoenen horen.
Biologisch eten
Groente en Fruit willen we tegenwoordig zo efficiënt mogelijk kunnen oogsten. Om een zo groot mogelijke opbrengst te verkrijgen, bestaan er er veel manieren om gewassen zo snel en efficiënt mogelijk te kunnen laten groeien. Het toepassen van kunstmest, bestrijdingsmiddelen en monocultuur zijn bekende voorbeelden. In de biologische landbouw wordt volgens een heel ander concept gewerkt en wordt voedsel op een duurzame manier geproduceerd. De term biologisch heeft betrekking op de landbouwmethode, dus de manier waarop voedsel tot stand gekomen is. Biologische landbouw en veehouderij zijn aan strenge regels gebonden met betrekking tot de omgang met het milieu en de natuur en dierenwelzijn. Ieder bedrijf dat biologische voeding produceert, moet zich aan die regels houden.
Biologische boeren gebruiken vrijwel geen chemische of synthetische bestrijdingsmiddelen. Er wordt gebruik gemaakt van andere methoden. Bijvoorbeeld voor de bestrijding van schimmels en schadelijke insecten worden natuurlijke vijanden ingezet. En in plaats van naar de vergif te gebruiken om onkruid te bestrijden, wordt er met de hand of machinaal gewied. Bij biologische boeren ligt de nadruk vooral op het voorkomen van ziektes. Dit gebeurt bijvoorbeeld door te kiezen voor sterke, resistente rassen en door de bodem niet uit te putten. In plaats van kunstmest gebruiken de boeren gewone mest die vaak ook nog eens afkomstig is van hun eigen boerenbedrijf. Biologische landbouw verloopt zo ook volgens een kringloop.
In de biologische veeteelt wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met het natuurlijke gedrag van dieren. In een varkenshouderij kan een zeug in de modder wroeten, lopen koeien zo veel mogelijk in de wei en kunnen kippen naar hartenlust buiten scharrelen. Bovendien worden er zo min mogelijk ingrepen gepleegd op de dieren. Dat betekent dat een biologische kip gewoon z’n snavel houdt en een varken zijn tanden en staart.
In de biologische veehouderij krijgen dieren krijgen de rust en de ruimte om op te groeien. Het preventief geven van medicijnen of groeihormonen gebeurt niet. Alleen wanneer een dier ziek is, krijgt het medicijnen. Maar biologische dieren zijn door hun gezonde manier van leven en eten
veel minder vatbaar voor ziekten.
Biologische boeren gebruiken vrijwel geen chemische of synthetische bestrijdingsmiddelen. Er wordt gebruik gemaakt van andere methoden. Bijvoorbeeld voor de bestrijding van schimmels en schadelijke insecten worden natuurlijke vijanden ingezet. En in plaats van naar de vergif te gebruiken om onkruid te bestrijden, wordt er met de hand of machinaal gewied. Bij biologische boeren ligt de nadruk vooral op het voorkomen van ziektes. Dit gebeurt bijvoorbeeld door te kiezen voor sterke, resistente rassen en door de bodem niet uit te putten. In plaats van kunstmest gebruiken de boeren gewone mest die vaak ook nog eens afkomstig is van hun eigen boerenbedrijf. Biologische landbouw verloopt zo ook volgens een kringloop.
In de biologische veeteelt wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met het natuurlijke gedrag van dieren. In een varkenshouderij kan een zeug in de modder wroeten, lopen koeien zo veel mogelijk in de wei en kunnen kippen naar hartenlust buiten scharrelen. Bovendien worden er zo min mogelijk ingrepen gepleegd op de dieren. Dat betekent dat een biologische kip gewoon z’n snavel houdt en een varken zijn tanden en staart.
In de biologische veehouderij krijgen dieren krijgen de rust en de ruimte om op te groeien. Het preventief geven van medicijnen of groeihormonen gebeurt niet. Alleen wanneer een dier ziek is, krijgt het medicijnen. Maar biologische dieren zijn door hun gezonde manier van leven en eten
veel minder vatbaar voor ziekten.